Bij Vanhulley recyclen mensen met afstand tot arbeidsmarkt textiel

Het oorspronkelijke idee om oude overhemden te vermaken tot boxershorts ontstond meer dan dertig jaar geleden. Oprichter Jolijn Creutzberg: “Mijn man had een van zijn overhemden zoveel gedragen dat het een beetje versleten was. Hij droeg ook van die wijde boxershorts en ik vond het wel hetzelfde stofje. Ik besloot om eens te proberen van het hemd een boxershort te maken. Het is idee is dus echt uit de kledingkast van mijn man ingegeven.”

Op 2012 besloot Creutzberg om het idee opnieuw op te pakken en er meer werk van te maken. “Pas toen ik eenmaal begonnen was heb ik me echt goed gerealiseerd dat het heel belangrijk was vanwege de duurzaamheid. Ik had zelf nooit zo verzonnen dat ik een ‘game changer’ in de fashion industrie was, zelf zag ik me nooit zo als fashionista. Ik heb altijd wel moeite had om dingen weg te gooien waarvan ik dacht: dat is nog gewoon prima. In de loop van de jaren hebben we bovendien met z’n allen, ook ikzelf, veel meer geleerd over de desastreuze gevolgen van fast fashion op het milieu. Bij Vanhulley kunnen we daar daadwerkelijk iets aan te doen.”

Social enterprise

De boxershorts maakt ze niet zelf. Bij Vanhulley werken allerlei vrouwen met afstand tot de arbeidsmarkt. “Omdat ik het lokaal produceerde leek het mij logisch om mensen zonder opleiding of werkervaring een kans te geven. Daarom zijn de vrouwen erbij gekomen. Het is dus ook echt een social enterprise”, vertelt Creutzberg.

Oud promotiemateriaal

Nu heeft het bedrijf een nieuwe tak waar de meeste aandacht naar uitgaat: business-to-business, oftewel B2B. “Bedrijven leveren oude werkkleding aan en die items maken wij weer tot iets nieuws.” Ze wijst ook als voorbeeld op het NNO. “Het oude promotiemateriaal van het NNO upcyclen we tot onder andere messenger bags, bladmuziekmappen en sleutelhangers.”

Business 2 Business

B2B is nu de hoofdmoot van de omzet. “Je maakt daarmee eigenlijk ook veel grotere stappen op het gebied van impact en duurzaamheid”, zegt Creutzberg. Om diezelfde reden stond Vanhulley in november nog op de Promotiedagen. “Zij willen graag een afvalvrije beurs, dus van de banners die overblijven maken wij tassen, zitkussens en van alles en nog wat.”

“Er is enorm veel afval in bepaalde sectoren, zoals bouwbedrijven en in de zorg. Wanneer zo’n bedrijf op een gegeven moment overgaat op een nieuw logo, of er wordt een nieuwe kledinglijn besteld, dan kunnen wij gewoon wat met de kleding die overblijft. Ook voor bedrijven die geen eigen textiel hebben kunnen wij leveren. Maar het zal in ieder geval altijd worden gemaakt van materiaal dat er al is, dat niet door ons geproduceerd wordt”, legt Creutzberg uit.

“Bij ons maak je een mooi iets op duurzaamheidsgebied én het is ook nog lokaal geproduceerd door vrouwen die je daarmee een kans biedt op een mooie toekomst. Dat is toch wat anders dan relatiegeschenken die uit China worden gehaald. Duurzame en sociale impact, dus”, vertelt ze trots.